En daar zijn ze weer!

Vandaag vertrokken naar onze laatste autobestemming Yoshino. Ellen begint de dag gammel, maar trekt snel bij. We waren vlot ingepakt en vóór tienen zaten we al aan de koffie bij Lawsons (een 7/11-concurrent die aan de weg timmert met o.a. drinkbare mayonaise). Dat vlot ingepakt kwam onder meer doordat we gisteren 34 kilo niet-meer-nodigbagage hebben gedumpt bij Yamato. Die brengt het alvast voor ons naar vliegveld Tokio Haneda terminal 3, recht tegenover de incheckbalie. Gemak dient de Japanner; wij profiteren mee. Ook hebben we na het inpakken de ‘hebben-we-alles?’ check geskipt. Ellen zal daar zelf op terugkomen in haar rubriek “Wat is Ellen nu weer kwijt”. Kortom, morgen naar Muji om de nieuwe slaapoutfit te herkopen, want die is onvindbaar.

We hebben een paar dagen doorgebracht in Shirahama in, wat wij dachten, een leuk huisje in een rustige omgeving niet ver van de zee. Dat viel tegen. Het huis was vies en matig uitgerust. Shirahama blijkt voor Japanners een soort St. Tropez, met geweldige hotels, resorts, dierentuinen en funparks. Voor ons ademt het de sfeer van Duinkerken, de Franse badplaats waar IJmuiden het nog van wint. Het enige pluspunt: We eten twee keer een lekker stukje Wagyu-biefstuk.

Een prachtige bergrit van 2,5 uur door de mooie prefectuur Wakayama brengt ons in Koya. Het enige stadje in Japan met meer tempels dan apotheken (zo’n 100) plus een enorme begraafplaats met meer dan 600 jaar historie.
We kwamen er langs op weg naar Yoshino en zouden er nooit zijn gestopt als Fleur (die op dit moment ook in Japan is) ons niet had getipt. Voor de derde keer: Fleur, bedankt!

We brengen een paar uur in Koya door met tempelen en stempelen voordat we ons weer aan de grillen van Google Maps navigatie overleveren. Die weet de korste weg. De kortste weg bleek niet de breedste en ook niet de vlakste. Zouden we de Yaris vlak voor de finish toch nog slopen? De wegen zijn royale tweebaanswegen die plots veranderen in rotsrichels met nauwelijks nog asfalt. Onjapans slecht. Qua tegenliggers hebben we geluk. Een paar heikele passages waar het nét kan, maar we hoeven nergens achteruit om plaats te maken.

En zo zijn we nu in een 100 jaar oud huis met een prachtig uitzicht over de Yoshino rivier. Met authentieke sfeer en dus een streng slipperregime, maar wél wifi en volautomatisch billenwastoilet. AirBNB laat na het boeken weten dat het niet aan een weg ligt. De auto staat beneden in het dorp en we hebben blij 34 kilo bagage minder de berg op hoeven zeulen. Gegeten bij de Chinees even verderop. Dat doen we vaker. De chinezen hier koken ook uitstekende Japanse ramen en gyoza.

Tja, Google Maps. Onmisbaar. Toen ik vanmiddag even op een tempeltrapje zat te kijken hoe je bij de volgende tempel komt, stopte er ineens een bus. Niet op de bussenparkeerplaats maar gewoon voor mijn neus!. De deur ging open en de Bologneselucht verdrong de wierook. Italianen! Daar zijn ze weer! Met gids met vlag nemen ze bezit van de hoofdtempel en verstoren ze de vredige atmosfeer op de begraafplaats. Che bello!

Tenslotte nog een weetje van ChatGpt nadat ons opgevallen was dat in bijna elke badkamer de spiegel onbruikbaar laag hangt.

Vraag:
“Waarom hangt er in Japanse badkamers een spiegel op kruishoogte?”

Antwoord:
“In Japanse badkamers hangt de spiegel vaak op kruishoogte (ongeveer ter hoogte van het bovenlichaam terwijl je zit) omdat de Japanse badcultuur anders is dan die in veel westerse landen. Japanners wassen zich zittend op een krukje vóór ze in het bad gaan. De spiegel is dus bedoeld om jezelf goed te kunnen zien terwijl je zittend je lichaam wast — bijvoorbeeld tijdens het scheren of het wassen van je gezicht.

Dit gebruik is onderdeel van het ritueel: je reinigt jezelf volledig vóór je het bad instapt, dat bedoeld is voor ontspanning en niet voor wassen. De lagere spiegelhoogte sluit dus perfect aan bij deze traditie.”

Aha. Dat verklaart ook het krukje en teiltje in elk washok.