Beijing | 24 april 2016

Met een uur of twee vertraging in de hoofdstad van China aangekomen. De lokale tijd is 10 over 1. Visumcontrole, lange rijen, emotieloos worden wij gecontroleerd en in orde bevonden. Met een trein naar de bagageclaim en dan zijn we in de aankomsthal. Op band 36 komen onze tassen voorbij. We hebben niets aan te geven en zijn de douane heel snel gepasseerd. Deze man wil geen file bij zijn toegangspoort.

Op één van de eerste welkomstbordjes die ik zie staat de naam Rudolf Griffioen. Dat is fijn. Een meisje met paars jackje en een chauffeur voor ons alleen. We lopen door en ik zie alleen maar chinezen met bordjes. Welkom mister Tinkel, welkom family Holder, mister Bloom enz enz. Iedereen uit deze gate wordt opgehaald. Het is Hello Goodbije zonder camera. Naar een parkeerplaats via de lift. Soepel. Een ritje van 40 minuten naar het Bamboo Garden hotel. Midden in een hutong. En dat is ongelofelijk leuk. Haast geen europeanen. Als we op bed liggen gaat het mis. Rolf ronkt en ik maak hem wakker. Ik ronk en Rolf maakt mij wakker. Keet doucht. We gaan lopen. Langs winkeltjes met eten en drinken komen we bij een fransachtig meertje.  De zondagsverpozing hier. Veel mannen met fietskarren die je willen vervoeren maar dat willen wij niet. We lopen wat rond en eindigen via een supermarktje bij het hotel. We eten zo lekker!  Slapen moeten we nu. Morgenochtend worden we om 7 uur opgehaald. We gaan naar de muur. Morgen staan we daar echt.

En Kee spreekt Chinees. Dat kan ze echt. De meeste chinezen verstaan haar en daardoor hebben we nu een breakfastbox voor morgenochtend. Wij staan er met een mond vol tanden naast. Dat zal vast niet de laatste keer zijn deze vakantie.