Van Flagstaff in de stromende regen naar de Grand Canyon. De North Rim zijn we nu. We logeren in een houten hut. Ik heb een strohoed op, hoor de vogels fluiten en zit met een glas wijn op het stoepje van de hut. Een spijkerrok en bergschoenen. Het ziet er misschien niet uit maar ik ben er heel gelukkig van. Ik heb met Kee steentjes gekocht en dat moeten we dan verdelen. Dat is nog niet eenvoudig. Welke wil je, wat is de mooiste? Wil je er één ruilen? Leuk om te doen. We leggen het moment vast. Daar ga ik nog vaak naar kijken.
Onderweg komen we helemaal onderin de canyon een mooi strandje aan de Colorado river tegen, Lee’s Ferry. Ook Lee was een mormoon. Overal waar je moeilijk kon komen werden mormonen naar toe gestuurd. Bij het strandje, daar baden we poot, nou ja Kee en Rolf. Ik zoek en vind(!) cedernootjes. Daar maken ze hier armbandjes van. Het brengt geluk aan de reiziger, een behouden thuiskomst. Bij de Navajo Bridge, de enige brug over de Grand Canyon vinden we behalve een mooi uitzicht ook nog mooie spullen. Kee en ik kopen een uitgesneden vos, een veer en een zilveren dragon fly.
Om 8:45 pm hebben we gereserveerd for dinner. Het is een mooie eetzaal met giga ramen die uitkijken over de canyon. We zien de overkant van gisteren. Als aandenken een munt en Kee hangt haar dromenvanger op. Aan de ventilator welteverstaan. Sweet dreams vannacht dromenvanger. North Rim