de Bom en de Handel

Date | 28, 29 en 30 april 2025
Verblijf
| Castle Hotel Kumamoto room 928
Weather |
22°C zonnig, bewolkt en warm
Clothes |
broek, overhemd, welke elke dag iets anders

Sinds koningsdag is het hier Golden Week.
Een week waarin de Japanners op stap gaan omdat er maar weinig vrije dagen opgenomen hoeven worden om lekker lang vrij te zijn. 4 nationale feestdagen maar liefst. De feestweek heeft voor ons zo z’n neerslag bij het vinden van nieuwe onderkomens en dus logeren wij wat langer in een hotel met kasteelzicht. Niet heel nieuw voor ons want laten we dat nou thuis ook hebben….

En zo vertrokken we dag 1 naar ‘Het Kasteel.’
Dit kasteel, ooit het verblijf van de Shogun, bestaat al sinds 1600. Steeds iets aangebouwd en steeds iets verbeterd. De omgeving veilig maken en laten floreren was globaal gezegd het doel. Het lukt ons niet om heel veel wijzer te worden in het kasteel want de teksten zijn bijna allemaal in het Japans, op sommige rare vertalingen na. Het voordeel is dat wij daardoor onze tijd niet verdoen met het lezen van allerlei langdradige teksten. Het gebouw is helaas niet meer wat het ooit was want met een grote aardbeving in 2016 is zo goed als alles met een grote klap ingestort. Deze bende is bij lange na nog niet hersteld en ik geloof dat de planning tot ergens in 2050 loopt voordat het zover is dat iedere steen weer op zijn plaats ligt.
De stenen van de ingestorte bouwwerken doen mij denken aan de lego-sorteer-middagen met Kee na schooltijd. Ook deze stenen liggen keurig gesorteerd en ik lees dat ze van iedere steen weten waar deze in de muur weer teruggezet moet worden. Knap!

Het kasteel is van buiten prachtig. Binnen is het vochtig benauwd en bestaat het voornamelijk uit nieuwe rondgangen met trappen naar boven. Voordat je hier bent heb je ook buiten al veel hoogtes overwonnen. En god wat heb ik een hekel aan het lopen van vals plat hellingen en trappen. Maar….de beloning volgt op de 6de verdieping van het kasteel met het uitzicht over Kumamoto.
Nat tot op je onderbroek ben je tegen die tijd.
Er is een lift. Maar speciaal voor bejaarden, zwangere vrouwen en gehandicapten. Hier wordt zo druk gebruik van gemaakt dat je qua tijd beter lopend aan de volgende trap kunt beginnen. Onze voeten raken in ieder geval alle treden.

Daarna de stad even in. Er moet wat aan pijnstilling worden ingeslagen want sinds een paar dagen hoest en proest ik. Aan drogisten is hier geen gebrek en aan pillen en zalfjes al helemaal niet. In de drugstore waar wij terecht komen is het een ongelofelijke herrie. Er zijn ongeveer 3 kassa’s in gebruik en er is een mevrouw de vakken aan het bijvullen. Deze mevrouw roept reclameleuzen tijdens het bijvullen hard, snel én continue. Ik denk dat ze gilt: ‘kom maar binnen, hier hebben wij alle pillen die je nodig zou kunnen hebben, wij zijn niet duur! Komt u maar, komt u maar.’ Het personeel in winkels praat sowieso veel en hard, in abstracte zin, tegen alle klandizie. Als je binnenkomt begint dat meteen. We verstaan er geen klap van maar de tekst is bij iedereen die binnen komt en naar buiten gaat hetzelfde. Dat gebeurt hier nu ook weer. Door het voltallige personeel, in koor, na het afrekenen bij het weggaan. Zoiets als: daaaank je wellll en tot ziensssss! Dank je wellllll.

Nagasaki bezoeken we ook vanuit deze uitvalsplek. De stad van de 2e atoombom die op 9 augustus 1945 werd gedropt. Het blijft toch een onbegrijpelijk gegeven dit soort wapens. Ik lees een ooggetuigenverslag, zie een restant van dat wat ooit de grootse kathedraal was en zie ook het stuk grond, achter glazen wanden, waardoor je de straat ziet na het vallen van Fat Man of Fat Boy. De omgeving is peaceful ingericht met bankjes, mooie bomen en een fontein in de vorm van vogelvleugels. Er is een ijscokarretje met een verkoper die met liefde ijsjes in de vorm van een mooie bloem voor je maakt. Een roos van Nagasaki ijs. De bomen staan in bloei en de hele natuur heeft zin in de lente en de zomer. Het is geen nare plek om te zijn.

We nemen de bus naar het centrum want Nagasaki is ook het beginpunt van de Nederlandse handel met Japan. Op het eiland Deshima kwamen de Nederlanders aan land. Nou ja, heel beperkt en onder het wakend oog van de Japanners. Dat eiland Deshima is inmiddels vastgegroeid aan de stad zelf. Ooit heb ik het een en ander gelezen over het fenomeen ‘de Hofreis.’
Kort gezegd. Een beperkte Nederlandse delegatie had om de zoveel jaar de gelegenheid om Edo, het latere Tokyo, te mogen bezoeken. Grote bestellijsten had de Shogun van te voren ingediend. Het ‘voor wat hoort wat‘ principe. Ik stel het me zo voor. De schepen die de natuurlijke haven van Nagasaki invaren en gaan aanmeren. Vast verwachtingsvol.

De chronologie van dit verhaal laat ik even voor wat het is. Het kunsteiland Naoshima, waar we met een veerboot aankomen. Het kunsteiland heeft verschillende musea maar ook veel kunstvoorwerpen in de buitenlucht staan. De museabezoeken zijn niet meer te boeken, alles is vol. En dus besluiten wij de dag de dag te laten en gewoon maar te gaan. We zien het wel. Er zijn in iedergeval 2 grote pompoenen op het eiland en die staan gewoon in de haven. Aangekomen op het eiland leek het ons handig alvast de kaartjes voor de ferry terug te kopen want het is hier druk. Dat bleek later geen allerbest idee.
Het eiland kan per fiets, lopend of met de bus worden doorkruist. We slaan de fiets over en gaan op weg. De grote gele pompoen zien we al van verre staan. Wat is tie leuk! Iedereen blijkt met de pompoen op de foto te willen. Alleen of samen óf met z’n drieën, en met de handen in het v-teken. Dat neemt wat tijd in beslag. De rij wachtenden is behoorlijk. In Japan is trouwens elke rij, waar je je bij aan kan sluiten, netjes. Niemand dringt voor, ieder gunt de ander de ruimte. Wij maken dan maar een foto van de mooie pompoen met de rij wachtenden. Rijen allergie, hebben we allebei.

Wanneer wij ons weer melden in de haven om terug naar onze slaapplaats te gaan zijn ook hier rijen. Wachtenden voor de boot en een beperkt aantal plaatsen. Aansluiten dus. Als we aan de beurt zijn om ons kaartje te laten scheuren gaat het hele feest niet door. Ons kaartje is geldig voor de volgende boot. Tenminste dat denken wij te begrijpen. In Japans schrift staat, op een kaartje zo groot als een postzegel, voor welke boot wij iets geboekt hebben. Het betekent een uur wachten en weer in de rij. Inmiddels heb ik ook een behoorlijke Italianen allergie ontwikkeld. In mijn beleving nemen ze al mijn ruimte in. We staan vrij vooraan in de volgende bootrij. En, je gelooft het niet, weer niet het goede kaartje. Ik moet zeggen, de eerste keer voelde ik het een beetje aankomen. De kleur van de kaartjes klopte niet. De tweede keer zag ik totaal niet aankomen en ik schiet gelijk in de godver de godver stand. Rolf vraagt zich af waar ik naar toe ga maar ik weet nog precies uit welke automaat dat kaartje van ons is gekomen. Checken dus. En ja hoor. Verkeerde automaat, verkeerde bestemming gekozen en in de rij gestaan voor de goede boot bestemming. Dat kan snel worden opgelost gelukkig. De rij allergie is nog niet echt afgenomen.

Inmiddels hebben we ook in de rij gestaan bij de wasserette. De hoeveelheid van een reistas vol vuile was is vandaag in etappes weggewerkt.