Date | 10, 11 en 12 mei 2024
Airbnb| Xining South Road, Wanhua District, Taipei 108, Taiwan
Weather | 30°C bewolkt, af en toe een windje, hoosbui, benauwd
Clothes | broek, overhemd, loopshoes
Dinner | pizza, pho noodle soup, steak
Een ritje met de metro en de light rail naar Fishermans’s Warf.
We verwachten er een vissersdorpje met de bijbehorende bewegingen.
Dat klopt niet.
Het is een wat uitgestorven plaats waar het lijkt alsof men van alles van plan was. Een groot hotel, in de vorm van een cruiseschip schrijven ze erbij. Dat ziet er voor ons anders uit. Groot? zeker, de vorm? meer een kasteelachtig iets.
In verhouding weinig vissersboten en haast geen mensen. En dat op een zaterdag! We zoeken een tentje uit voor koffie of iets dergelijks. Er staan ook wafels op het menu. Dat lijkt ons wat. Een ijskoffie met een wafel.
We worden een trap op gedelegeerd door een heel vriendelijke alsmaar sorry zeggende mevrouw. Een plastic gordijn gaat open en we staan op een verhoogd terras met uitzicht op het water. Ik kruip al hoofdstotend op een bank. Gelukkig hebben ze piepschuim op het verlaagde plafond geplakt. De klap op je kop valt daardoor mee. Wel een witte bovenkant van de hoed. Het piepschuim nestelt zich in de stof. De sorry-mevrouw loopt zich een breuk de trap op en af en stommelt met telkens 1 gerecht of drankje op een blad de trap op.
Steeds bijna alles mis.
Gordijn open en gordijn weer dicht. Stoïcijnse regelmaat. Rolf eet een wafel met chocola en als hij daarmee klaar is krijg ik een wafel met gecondenseerde melk. Halverwege mijn wafel is ook Kee aan de beurt met dezelfde bestelling. In de volgende sessie wordt de espresso van Rolf gebracht. En zo gaat het maar door. Lief, aardig, blij en met het zweet op de kop gaat de sorry-mevrouw onverstoorbaar door. Het is alles behalve efficiënt.
Ik denk dat ik vrij snel dingen overneem. In dit geval resulteert het in een onhandige afstap van het bankje. Kee kijkt maar eens om om te beoordelen of er al hulp nodig is, denk ik zo.
We lopen een brug over naar het strand.
Strand is fijn!
We genieten er alle 3 van en zoeken schelpen. Die zijn er tussen de plastic doppen niet veel te vinden. Een paar slakkenhuizen, zeer modisch gekleed, ze hebben een panterprint. Mooi! Terug naar Taipei, iets te eten verzinnen en dan gaan Kee en ik nog even shoppen. Dat is aan Rolf niet zo besteed en hij gaat na zijn Uniqlo aankopen vast naar huis. Kee en ik scannen de winkel op zoek naar snel drogende t-shirten. (voor Marc: lees maar t-shirts).
Daarna zoeken we een plekje om wat te drinken en te kletsen. Dat lukt. Altijd goede en fijne gesprekken met Kee. Hou ik van, ben ik blij mee. We gaan naar huis en dan komt mijn slechtst ontwikkelde omgevingsbesef naar boven. Want hoe kom ik van het metro station naar ons huis. Ik denk dat ik het weet maar ben er niet echt zeker van. Rolf haalt me op.
Dat niet kunnen oriënteren is voor Rolf en Kee onbegrijpelijk en zelf word ik er ook behoorlijk lastig van. Hoe krijg ik toch die draadjes in mijn hoofd aan elkaar……
Dit was afgelopen zaterdag, vandaag, zondag, zijn we naar Keelung gegaan. Met de trein een minuut of 40. Het was benauwd warm vandaag, een natte-kleffe-deken-dag. Treinritjes, heerlijk zijn ze. De stad ook. We lopen wat rond, kopen een broodje en een milkshake. Aardbeien, een fantastisch drankje. Rolf heeft spijt van zijn weigering, heb ik het idee.
We komen bij een uitkijktoren. In de rij voor de lift omhoog. Alles weer heerlijk gedisciplineerd. Een mevrouw en een meneer bij de lift. We worden keurig geteld, een twintigtal mag per keer naar boven. Er is een boeddha, een groot beeld in het midden. Hij staat in een, qua geluid, eftelingomgeving.
Totaal niks sereens aan.
Naast boeddha schieten kinderen golfballen af met een kanon in een kermisattractie. De lezer heeft nu vast een beeld van deze omgeving.
We lopen door, puffen wat uit op een randje steen, en gaan door naar de volgende boeddha. Daar hangt een grote bel bij. Volgens mij is dat oorspronkelijk bedoeld om te luiden en boeddha te laten weten dat je er bent. Zeg maar een ‘hallo Boeddha’.
Bij de bel is een opa met kleinkind er een kermis van aan het maken. Onophoudelijk vliegt het grote stuk hout tegen de bel aan. Een herrie is het.
Beneden aangekomen is er een tentje waar je iets kunt drinken en karaoke kunt zingen. Alles in gebruik. Kee vraagt aan een mevrouw hoe we aan een taxi kunnen komen. We willen graag naar nog een tempel die gemaakt is in een grot. Te ver om te lopen met deze temp. En met Kee aan je zij staat er binnen 3 minuten staat een taxi voor! Top geregeld weer. Er is niet veel bezichtigingstijd voor deze tempel, sluitingstijd 16:00 uur.
We lopen in een druipgrot met mooi uitgehouwen afbeeldingen in de muren. Altaren met offerranden, bloemen en eten, waaronder zakken chips, op schalen. Alles gaat hier met zijn tijd mee. Ik heb namelijk ook al KFC menu’s bij de boeddha zien staan. Tot slot kunnen we met 10 mensen tegelijk nog door een nauwe spleet naar nog een stuk grot. Doen we ook, we zijn er toch.
Kee loopt achter een man aan, ik daar achter en daar weer achter Rolf met nog meer mensen. Het wordt smaller en smaller. We lopen van bet begin af aan al krom en nu wordt het nog smaller. Kee schuurt met haar rugzak tegen de wanden en ik met mijn schouders die verpakt zijn in een wit t-shirt. Halverwege wil ik terug en dat roep ik ook. Het wordt hier echt smal. Terug kan op dit moment niet want Rolf kan ook niet terug. Kont tegen kop is ho. Rolf zit nog klemmer dan ik en hij vervolgt zijn weg op handen en knieën. Tjezus wat een gedoe. Aan het eind heb ik het snel gezien en ik vraag aan de man of ik al terug mag. Gelukkig kan dat.
Weer aan de andere kant gekomen is mijn witte tshirt bij de schouders geel, van het langs de muren schuren. Rolf komt er op handen en voeten uit en zit onder de modder. Kee is er nog het beste aan toe.
Je zou in een tempel rustig moeten worden.
Wij niet, ik hoor ’tering en jezus’ na deze kruip-door sluip-door toestand. Terug naar het station. Busje komt zo. Lijn 301 terug naar het centrum.
Het gaat nogal hard regenen als we uitgestapt zijn. Op zoek naar een schuilplaats. We spotten een koffietentje. De eigenaar draait muziek van de originele lp’s en heeft mooie foto’s aan de muur hangen.
Het blijkt het werk van zijn vader te zijn. Hij is zo trots als een pauw.
Naar de trein die ons terugbrengt naar onze basis in Taipei. We eten lekker en zeggen elkaar gedag. Tot morgen!