Page en Flagstaff

Ik heb een dagje overgeslagen. Te druk, te moe en een vieze hotelkamer.
Reden genoeg om je ogen dicht te doen.
We hebben de avond besteed aan het zoeken naar iets anders om te logeren en dat is gelukt.
Flagstaff, aan de route 66, daar zitten we nu.

Vandaag hebben we een gave excursie gedaan. De Antilope Tour in Page. 


Met 14 man in een open jeep, met aan het stuur een Navajo indiaan, naar een door het water uitgeslepen berg. Wanneer er flashfloods zijn stroomt en kolkt het water door de berg. Een flashflood ontstaat na regenval en heeft hetzelfde effect als het doortrekken van de wc. Levensgevaarlijk, je moet er dan echt niet zijn. De berg is van zandsteen en dus zacht. Door het water ontstaan er hele mooie golvende vormen. Kurkentrekkerachtig maar ook vuur- en vlammenachtig. Het water heeft zo’n kracht dat de grond voor en na de flushflood rustig 2 meter in hoogte verschilt. Vroeger, voordat Page gesticht was (1957) schuilden hier antilopen. Vandaar de naam.

Gisteren een leuke tradepost bezocht. Bij toeval overigens. Een bord langs de weg maakte mij nieuwsgierig. De Shoto Tradepost bestaat een jaar of 100. Ze verkopen, joehoe, kralen en nog veel meer maar daar ging mijn aandacht niet zo naar uit.
Of we ook de hogan wilden zien? Ja, natuurlijk! Een hogan is een traditionele indiaanse woning.
Ook zo rond 1900 neergezet. De hogan werd ook daadwerkelijk gebruikt om in te wonen. Nu niet meer, alleen bij familiefeesten nog in gebruik. Ik hou van dat idee. Ik hou van zulke gebruiken. Het was een kadootje.

En dat kon ik na Monument Valley wel gebruiken.


Wat is het troosteloos gesteld met de indianen. Ik zie geen trots volk. Ik zie armoede, ik zie geen zin, ik zie een enorme lusteloosheid. We zijn op eigen houtje de route door Monument Valley gaan rijden langs de bergen en rotsen die voor de indianen van belang zijn. Ze hebben mooie namen die rotsen. En de plek is geweldig mooi. Echt rood zand, ik heb het nog nooit gezien.

Uiteindelijk toch nog een indiaan tegengekomen die wel aan mijn fantasie voldeet. Ik heb wat bij hem gekocht. Bij het afscheid groette hij als een echte indiaan. Voeten naast elkaar, rechtop, rechterarm naast het lichaam vanaf de elleboog omhoog en de handpalm naar mij toe. ‘Dag’, zei hij. Toen heb ik in gedachten naar ‘uch’ terug gezegd.

Wat een desillusie die indianen. Nee, dat voelt niet goed. Maar ‘mijn’ indiaan en de tradingpost maakten het verhaal weer rond. En nu, na de Antilope Tour, is er iets gered en kan ik mijn indianenbeeld nog steeds volhouden.

Morgen is Keet jarig! We gaan met de trein naar de Grand Canyon. We gaan wildwest beleven. Je zal zo 14 worden!