Roomnumber | 417 Hotel Laurier
Weather | 25 °C, warm, sunny
Clothes | shorts, shirt, boots
Here we are, we zijn vroeg in de middag aangekomen.
Het is chaotisch in de stad en voordat we bij het hotel zijn de nodige detours gezien. Er is namelijk een wielerwedstrijd morgen. Cameraploegen van TV5, VIP-tenten en veel politie. We zullen het allemaal meemaken.
Tassen naar de kamer en gaan.
Naar buiten, Quebec zien en beleven. En dan de vraag hoe Frans is het hier?
We gaan naar downunder Quebec. Daar kom je met een cabinelift voor 8 dollar. Met een hellingshoek van een waterval zoef je naar beneden om uit te stappen in een pittoresk winkelstraatje.
Ik heb gegoogeld op ‘knittingstores Quebec’. Zo’n winkel moet hier ook zijn. Het huisnummer is gegeven en we staan al snel in een herenmodekledingwinkel. Dat is niet de bedoeling, voor Rolf al helemaal niet. De wolwinkel blijkt er onder te zitten.
Ik zie veel gebreide sokken, mutsen, shawls en nog meer sokken. Gelukkig ook een paar strengen wol. Eén kleur. Kleur schaap. Daar neem ik er twee van, voor iedere voet een sok. Ik ben blij met strengen van de vacht van deze Canadees.
Verder veel souvenirwinkels, buitensportwinkels, ijsjes en terrasjes. Het is de kant waar je ook op de ferry kunt stappen om het mooiste zicht op de stad te hebben. Dat doen we niet.
Wij willen iets drinken. Er staat een man achter het reclamebord van het terras waar wij iets willen bestellen. ‘Order inside please, I will keep your table’.
De eigenaar achter de tap vindt dat Rolf goed Frans spreekt en dat bericht is direct doorgegeven aan de tablekeeper. Hij spreekt ons toe in het Nederlands waarop ik vraag hoeveel talen hij wel niet spreekt. Ik heb inmiddels Frans, Engels en Nederlands van hem gehoord. Voordat hij antwoord gaat geven ziet hij een Chinese familie. Hij spreekt ze aan in het Chinees, zingt een Chinees liedje samen met de Chinezen en geeft antwoord op alle dingen die de Chinezen zeggen of vragen. Of het allemaal klopt weet ik niet.
Dan weer over op zijn keurig klinkende ‘rechtop Nederlands’. Hij zegt dat hij Nederlands spreekt omdat hij een Duitse moeder heeft en Frans door zijn vader. Het is een bijzondere man. Een hele relaxte 70er op All Stars gympen in korte broek met een bruine blije kop.
De wolwinkel is niet helemaal wat ik zocht. Maar er is er nóg één op ruim een half uur lopen. Ik verkoop het aan Rolf door te zeggen ‘zien we gelijk een ander deel van de stad’. De winkel sluit om 6 uur en dat betekent dat er dan wel doorgelopen moet worden. Om kwart voor zes stappen we binnen. Een knap mens die mij er nu nog uit krijgt.
De sokkenwol is snel gevonden, er is heel veel keus en van Canadese makelij. Met spullen voor ruim 100 dollar ga ik de winkel weer uit. Dat is hier sowieso vrij eenvoudig. Met een blijwolgezicht ga ik de winkel uit.
We gaan iets te eten zoeken. De buurt en mensen zijn hier totaal anders. Er zijn veel cannabis luchten om ons heen. Dat is hier legaal. Een man met een soort van piraten kleding loopt voorbij. Een wapperende jas en om iedere pols een boerenzakdoek, driekwart broek, haar aan 1 kant weggeschoren en een pet dwars op het hoofd. Alles is zwart. Hij loopt hard, voor het effect van het wapperen waarschijnlijk.
We eten ‘mac and cheese’ in een hardrockcafé waar we misschien (iets) te oud voor zijn. We nemen een bier en delen een cheesecake. Op naar ons huis voor deze nacht. Schoenen en lenzen uit.
De volgende ochtend lummelen we wat aan en gaan op ons gemak op een ontbijtje uit. De wielrenners zijn inmiddels gestart. Om 3 uur vanmiddag hebben we met een, ons onbekend, groepje een stadtoer waarbij we in 3 verschillende restaurants iets eten. De gids is gekleed zoals dat rond begin 1600 gebruikelijk was. Wij treffen een passievolle vrouw van rond de 60. Ze vertelt de verhalen met verve en wij smullen van de teksten. We eten vis, shepard pie, peesoep, een ijsje en de lokale lekkernij maple syrup toffee. Deze laatste eet je door de syrup van een ijstableau met een ijsstokje op te rollen. Het geheel wordt niet hard en eindigt eerder op je hand of je servet dan in je mond. De peesoep is gemaakt van zoete gele erwten en hoewel er wat bacon in zit missen wij toch de Hema worsten en het klapstuk. Winst van deze eatery is dat Rolf goede vis absoluut niet versmaad. Het is een enorm leuke middag en we zien details van de stad die we zelf niet opgemerkt zouden hebben.
Nu nog antwoord op de vraag hoe Frans is het hier.
Nou behoorlijk, als is het hier wel tweetalig. Dat hebben wij hiervoor in de provincie Quebec niet meegemaakt. Buiten de stad kan je niet met Engels terecht maar hier wordt er aan je gevraagd hoe je aangesproken wilt worden. De bebouwing heeft af en toe absoluut een Frans tintje.
Maar ook hier kent de opschepperij van de Canadezen geen grenzen.
Zo is er het huis van de schrijver van de EERSTE Franse novelle, de EERSTE Schotse kerk buiten Europa, de EERSTEvrouwelijke leerkracht (Marie) en zo ook de EERSTE kerk zonder klokkentoren. Wij geven ons gewonnen. Hier kan geen hond meer tegen op!