Tempel 34, 33 en 32 check!

Date | 12 en 13 mei
Verblijf | houten huis in de bergen 1106, 吾川郡いの町上八川丙, Kochi Prefecture

Weather | blauwe luchten, zon, stralend zomerweer en ca. 24 °C

Gisteren hebben we helemaal niks gedaan. Nou ja niks, gewoon in en rond het huis gebleven. Veel koffie drinken, laat onder de douche en vooral doen waar je zin in hebt. Oh, en niet alleen dat. Ook nog twee wasjes gedaan en boodschappen voor een paar dagen. Met die boodschappen, het was ons uitje van de dag, zijn we wel ruim 2 uur bezig. Dat komt door de reistijd en mede door de vertaalapp die altijd in de supermarkt gebruikt moet worden. Er is veel te koop, in allerlei soorten en maten en wat is wat? Dat zie ik de locals trouwens ook doen. Zij pakken niet zomaar iets uit het supermarktvak. Bekijken en keuren alles.

En vandaag is het gelukt!
Drie tempels van de 88 bezocht en gezien zonder autobeschadigingen! Het leek me een kwestie van tijd voordat de wieldoppen eraf lagen. Meerdere pelgrims tegen gekomen. Ze zijn herkenbaar aan een wit hesje, al dan niet een hoed, stok met belletje (om beren te waarschuwen dat je er bent), soort shawl in kleur naar keuze en een tas met munten, wierook en kaarsjes. Maar dat heb ik misschien al eerder verteld.

Ik heb de ceremonie van de pelgrims een beetje staan observeren én er het een en ander over opgezocht. De toegangspoort bijvoorbeeld, daar moet je aan de linkerkant onderdoor lopen. Dan, als je een boeddha tegenkomt groet je hem met een knikkende buiging. Vervolg je weg naar de tempel. Daar staat een offerkist, hangt een bel en zie je een soort altaar met gordijn, wierook en andere opgestelde dingen. Dat verschilt per tempel. Ga voor het midden staan en begroet met een buiging, gooi het muntgeld in de kist en je luidt de bel die aan een mooi dik koord hangt. Dat luiden van de bel betekent: Hé hallo! Ik ben er! Hoor je me? Buigen, handen klappen 2x, gebed doen, weer buigen en weg. De pelgrims steken tussendoor wierook aan en branden een kaarsje (al dan niet led) en zeggen aan het eind bepaalde mantra’s of gebeden op. Aan het eind van de rondgang laten ze, in een speciaal stempelboek, een stempel zetten of een tekst schrijven door iemand van de tempel. Voorzichtig begin ik ook aan dit soort gewoontes. Het voelt wat onwennig en ik probeer het te doen als niemand kijkt. Het geeft wel een doel aan het tempelbezoek. We beklimmen weer vele trappen in bosrijke gebieden. Het levert me in ieder geval 3 bulten op 2 armen op.

Tussen de tempelbezoeken door gaan we naar een strand. Een parkeerterrein met plaats voor bussen signaleert Rolf direct én, om mij ook alert te maken, roept hij er achteraan met Italianen. Nou, dat blijkt niet te kloppen, de taal is absoluut iets Oostblok-achtigs. En, om maar even verder te generaliseren, ze zien er Russisch uit. Verderop ligt een flatgebouw van een cruiseschip en daar worden ze waarschijnlijk per bus uitgehaald en daar waar wij zijn afgezet. Het strand is een kiezelstrand, van schelpen geen sprake. Wanneer je naar de kant van het cruiseschip kijkt krijg je een IJmuiden gevoel met al die industrie op de achtergrond en als je daar met je rug naar toe gaat staan dan zie je een mooi bountystrand. Dat laatste doen we.

De golven zijn onstuimig, er liggen wat mensen van de zon te genieten, een paar blote Russen zijn aan de wijn en fotograferen elkaar in bikini en de keurige Japanse echtparen lopen er tussendoor rond. Er staat een beeld van een meter of 13 uit te kijken over zee. Het is Sakamoto Ryoma, een belangrijke samoerai uit een rijke familie, die de wacht houdt. Ik lees dat hij op zijn 31ste is vermoord. Dat was een kort maar indrukwekkend leven van een vooruitziende geest. Natuurlijk zijn er ijsjes en drankjes te koop en allerlei koekjes, cakejes en andere specials qua etenswaren. Want, als er iets is dat Japanners kopen op toeristenplekken dan is het dat.

Dan bezoeken we nog een Muji en een food court waar we noedelsoep eten en de gyoza met een biertje wegslikken. Het eten van noedelsoep is een spannende onderneming. Zeker 5 vetvlekken op mijn hagelwitte t-shirt! Rolf refereert nog maar eens even aan het eten in m’n onderjurk dat ik als kind moest. Het was niet voor niets blijkbaar. En ach, dat eten in een onderjurk heeft m’n leven gered. De bloedvergiftiging die via m’n linker pols omhoog kroop werd daardoor wel op tijd gezien. Het eten smaakt in iedergeval weer lekkah!

Hup, verder. Naar het houten huis in de bergen. Het wordt einde dag en nog steeds rond een uur of 7 strontdonker. Op een kilometer of 5 van huis pakt Rolf nog even een geocache op van een parkeerplaats. Morgen gaan we verkassen en op zoek naar nieuwe avonturen.