Otaru, treinen en pluche

Date | 18 en 19 april 2025
Verblijf | one floor apartment 12-chōme-2-22 Kita 5 Jōnishi, Chūō-ku, Sapporo
Weather | 12 tot 15°C zonnig, bewolkt, regen en wat wind
Clothes | jeans met trui, JAS en shawl

Het is hier wat Nederlandsachtig weer en dat betekent dat mijn uniform niet veel anders is dan thuis. Een spijkerbroek met blauwe trui.
Het liefst daarbij ook nog een wollen shawl. Nou ben ik wel zo nuffig dat die shawl van cashmere moet zijn. De combi goedkope trui met goede broek, mooie shawl en veel te dure tas is ideaal.
De (te) dure tas is ook alweer gelukt, de rest van de outfit had ik al.

We zijn de stad Sapporo in geweest en hebben op het centraal station aldaar een kaartje gekocht om met de hoge snelheidstrein (Shinkansen) van Hakodate naar Osaka te gaan. Van Sapporo naar Hakodate moet met een gewone trein. Allemaal gelukt en geboekt door een zeer geroutineerde mevrouw bij de JR Helpdesk. Zeggen wat je wilt en betalen maar. Er rollen 8 kaartjes uit. Die stop ik maar gauw in mijn tas want anders wordt de rubriek ‘wat is Rolf allemaal al weer kwijt‘ op korte termijn gevuld. Hij heeft het allemaal redelijk in de hand en dat wil ik zo houden. De rest van de dag brengen we door in de stad, bovengronds én ondergronds. Proberen van alles uit qua eten, heel erg mis gaat dat niet. De ontbijtjes doen we nog steeds bij de 7/11 en nu hebben we er één ontdekt waar je kan zitten en naar de wc kan. Belangrijk!

Een dagje naar Otaru (spreek uit Ohtaruu), een havenplaats, met de trein. Een leuke rit langs de kust met een stop of 15. Ooit is Otaru zeer belangrijk voor het vervoer van steenkool geweest. De oude spoorlijn ligt er nostalgisch bij. We vinden hier, zonder zoeken, een geocache. Dat geocachen levert altijd een leuk loopje op. Zo kwamen we deze keer terecht bij een bierbrouwerij. Nu in gebruik als horeca maar het bier wordt hier gewoon aan huis gebrouwen. Het is een oud houten sfeervol gebouw waar je je zo kunt voorstellen hoe de vaten rolden over de kleine bruggetjes.
We hadden geen bierhonger zodat het bleef bij kijken.

Verder langs de straten waar de toerist op zaterdag niet is.
We kwamen een gevel tegen die de aandacht trok. Vooral door de verboden die erop stonden. We lazen: verboden foto’s te maken, niet naar binnen kijken en groepen zijn niet welkom. Er stond een bord ‘coffee corner‘ bij en zo durfden wij naar binnen. Het was een stap naar zeker 100 jaar geleden.
Een Japans boudoir-achtig café met donker houten vaste tafeltjes en vaste bankjes met roodpluche bekleed. Het plafond liet zien dat je er mocht roken en bij de begroeting van de mooie Japanse mevrouw werd er, naast de 2 glaasjes water, een asbak gebracht. Twee tafeltjes voor me zag ik een achterhoofd met kringelende rook erboven. Er zaten een stuk of 8 mensen, ieder tafeltje twee personen, tegenover elkaar op een bankje.
En op de achtergrond hoorden we zachtjes de Bolero van Ravel.
De door ons bestelde koffie en cheese cake werd geserveerd in china. De decoratie van dit mooie etablishement bestond uit glazen olielampen, mooie hanglampen en Japanse afbeeldingen.
Smaakvol was et. Op één ding na. Op ieder tafeltje een opzichtig bordje dat je niet mocht fotograferen. En dat het ook niet de bedoeling was om er langer dan een uur te verpozen. En dus pruilden wij in het boudoir met een kopje koffie en een taartje. Want pruilen en boudoir dat hoort toch echt bij elkaar. De clientèle leek verder te bestaan uit heren die hier elkaar zonder zorgen konden ontmoeten.

We vonden het een dag met een gouden randje. De trein maar weer eens opzoeken en terug naar huis. We stappen een station eerder dan nodig is uit en kijken hier ook nog maar eens even rond. Een grote supermarkt met food park en winkels op de 2e verdieping. Het rondje food park levert de nodige input voor een avondmaal. Ik zie een koffiestandje en krijg trek. Rolf gaat achter de koffie aan en ik breng het lege servies naar daar waar ze het willen hebben. Het duurt lang en Rolf is uit het zicht voor zeer lange tijd. Ik doe een spelletje op m’n telefoon want al dat wereldnieuws met iedere keer die Trump kop erbij ben ik spuugzat. Uiteindelijk schuift Rolf weer aan met twee bekers koffie en ik vraag ‘koffiebonen zelf geplukt?

Het blijkt anders. De koffiebonen worden per stuk verkocht. Dat is ietwat overdreven maar per ons klopt wel. Deze bonen kosten 60 tot 100 euro per kilo en worden door het bedrijf Kahisakan in Otaru in de fabriek verwerkt. Koffiezetten doet de verkoper ook. Met de hand. Welke soort koffie Rolf wil. Dat is zo’n soort vraag waarvan je wenkbrauwen ter hoogte van je oren komen. Er wordt het e.e.a. gemalen, het kannetje omgespoeld met heet water, de filter wordt omgespoeld met heet water. Dan gaan de gemalen bonen in het filter en wordt er nieuw water op de juiste temperatuur gebracht. De verkoper proeft eerst zelf voordat hij onze bekers vult. En tja dan wordt het duidelijk waar de tijd is gebleven. Het is een fantastische kop koffie. Ik kan niet anders zeggen. Alweer zo’n gouden randje aan de dag.

En nog is het geluk van de dag niet op.
De roltrap op, even kijken wat hier is. En dan kom ik, net zoals alle kinderen zich voelen in de ballenbak van Ikea, in mijn eigen ballenbak terecht. Schrijfpapier, mappen, pennen, potloden en Japanse borduurspullen om kleding te herstellen. Het garen, het lapje. Alles is hier in soorten, maten en kleuren. Paraplu’s met het gewicht van een wit kadetje, hoeden en petten. Natuurlijk kies ik wat uit maar hou het best wel netjes.
Ik loop tenslotte al, sinds gisteren, met een veel te dure tas te paraderen.